Incidentele risico’s die de gemeente Waadhoeke loopt betreffen met name risico’s in de grondexploitatie en kapitaalgoederen.
Het totaal aan incidentele risico’s bepaalt de benodigde incidentele weerstandscapaciteit. Echter door de maximale gevolgen van de individuele risico’s bij elkaar op te tellen ontstaat een te negatief oordeel over de risico’s. Want niet alle risico’s doen zich in één jaar voor in hun maximale omvang. Daarom wordt een inschatting gemaakt van de kans dat een risico zich voordoet en de financiële impact hiervan.
Klasse | Kans | Financiële impact | |
1 | Zeer klein (1-20%) | 5% | |
2 | Klein (21-40%) | 25% | |
3 | Gemiddeld (41-60%) | 50% | |
4 | Groot (61-80%) | 75% | |
5 | Zeer groot (81-100%) | 95% |
Voorbeeld:
Stel een project van € 5 miljoen. Het financiële risico wordt bepaald op € 1 miljoen. De kans dat dit risico zich voordoet wordt geschat op klein (klasse 2). De bijbehorende financiële impact bedraagt 25%. De benodigde incidentele weerstandscapaciteit voor dit project wordt berekend op € 250.000.
Wanneer een complex in de berekening een positief resultaat laat zien, kan er wel een risico zijn dat door onvoorziene omstandigheden een financieel risico ontstaat.
Voor een aantal complexen in de grondexploitatie wordt een negatief resultaat verwacht en is voor de grootte hiervan een voorziening opgenomen. Het is niet uitgesloten dat ook het deel wat niet afgedekt wordt door een voorziening een risico vormt.
Voor de volledige systematiek hoe risico’s te kwantificeren wordt verwezen naar de nota Weerstandsvermogen & Risicobeheersing (Raad 25 november 2021). Hierin wordt een ratio weerstandsvermogen aanbevolen tussen 1,0 en 1,4. Op basis van de beoordelingstabel weerstandsvermogen wordt dit gekwalificeerd als ‘voldoende’. Wanneer uit berekeningen in de programmabegroting blijkt dat de ratio lager is dan 1,0 moeten maatregelen genomen worden om het weerstandsvermogen binnen de meerjarenplanperiode op peil te brengen.
Beschikbare incidentele weerstandscapaciteit | ||
De ratio weerstandsvermogen bedraagt: | = > 1,0 en < 1,4 | |
Benodigde incidentele weerstandscapaciteit |
Daarnaast is de ondergrens van de algemene reserve bepaald op € 15,0 miljoen (nota Reserves en Voorzieningen, Raad 20 mei 2021). De hoogte van de vrij besteedbare reserve is daarom een combinatie van alles boven de ratio weerstandsvermogen van 1,0 met in achtneming van deze ondergrens. Alle bedragen in de volgende tabellen zijn x € 1, tenzij anders vermeld.
Voor de hierna geïnventariseerde en gekwantificeerde risico’s is een rapporteringsondergrens voor het maximale financiële risico gehanteerd van € 250.000 of lager indien er bijzondere omstandigheden zijn. Oftewel maximale financiële risico’s onder de € 250.000 worden in principe niet gepresenteerd.
Berekeningsmethode omvang weerstandscapaciteit
Voor de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit worden de risico's met een financieel negatief gevolg als onderstaand meegerekend in de simulatie:
- Risico's met een structureel gevolg vermenigvuldigen met de factor 2;
- Als zekerheid 90% hanteren;
De uitkomst vermenigvuldigen met de factor 1,2.
Risico: Waddenglas
Waddenglas is een tuinbouwgebied ten zuiden van Sexbierum. Het betreft een gebied dat vanaf 2008 in samenwerking met de provincie Fryslân en de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (R.V.O.) tot stand is gekomen.
Nadat de koopovereenkomst met Friss Holding b.v. in oktober 2022 is ontbonden hebben R.V.O, de Provincie en de gemeente Waadhoeke het besluit genomen om de samenwerking Waddenglas te beëindigen. De financiële afrekening is in de boekwaarde verwerkt. De gemeente Waadhoeke zal nu de grondexploitatie Waddenglas zelfstandig op zich nemen. Inclusief de afkoopsommen van R.V.O. en de Provincie van in totaal € 6.886.786 is de boekwaarde per 1-1-2025 € 9,0 miljoen.
De gemeente Waadhoeke kan zelfstandig over ruim 50 ha. grond van Waddenglas beschikken. Deze 50 ha. ligt in het zoekgebied en biedt een kans bij de ontwikkeling van een klimaatlandschap. Eerder dit jaar heeft de raad het college de opdracht gegeven om de haalbaarheid van dit klimaatlandschap (na diverse verkenningen) concreter te maken. Het lijkt er daarmee steeds meer op dat de koers voor Waddenglas verlegd gaat worden van een glastuinbouwgebied naar een klimaatlandschap. in de 2e helft van 2025 worden de conclusies over de concrete haalbaarheid voor het klimaatlandschap verwacht. De verkoop van Waddenglas als tuinbouwgebied is daarom voorlopig stop gezet in afwachting van bestuurlijke besluitvorming.
De financiële uitkomsten van de exploitatie van een klimaatlandschap zijn op dit moment lastig te voorspellen. Gelet op de onzekerheid wordt voorgesteld om de huidige voorziening van ca. € 2,25 miljoen te handhaven.
Het maximaal risico wat kan ontstaan is wanneer de gronden uiteindelijk tegen een agrarische waarde worden verkocht. De grondexploitatie sluit dan ongeveer € 5,7 miljoen negatief. Het saldo van € 3,45 miljoen (verschil tussen de waarde van de voorziening en het eindresultaat van de grondexploitatie indien de gronden tegen agrarische waarde worden verkocht) is derhalve het risico. De kans hierop wordt echter zeer klein ingeschat.
Risicobeheersing
De risico’s worden zoveel mogelijk beperkt door beheersmaatregelen. Dat betekent de kosten beperken.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 3.450.000 | Zeer klein (5%) | I | 1 |
Risico: Kie-1
Kie is een bedrijventerrein aan de zuidwestkant van Franeker. Alle kavels zijn in 2024 verkocht danwel in optie uitgegeven. De boekwaarde per 01-01-2025 bedraagt ca. € 1,34 miljoen. Vanwege de netcongestie zal de grex naar verwachting pas in 2031 sluiten met een tekort van ca. € 1,73 miljoen. Hiervoor is een voorziening is getroffen. De kans dat het tekort groter wordt kan als zeer klein beoordeeld worden.
Risicobeheersing
Naast het beheersen van de kosten wordt middels contacten met ondernemer de verkoop van kavels gestimuleerd.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 0 | Zeer klein (5%) | I | 1 |
Risico: Kie-2
Kie fase 2 is een uitbreiding aan de westkant van het bestaande bedrijventerrein Kie fase 1. Het bestemmingsplan en ook de grondexploitatie is in de raadsvergadering van 7 maart 2024 vastgesteld. De boekwaarde per 1-1-2025 bedraagt € 753.000.
Het geraamd eindresultaat is zo goed als sluitend. De belangstelling voor deze uitbreiding is goed, ook omdat fase 1 zo goed als uitverkocht is. Omdat we aan het begin staan van deze grondexploitatie zijn de risico’s diverse en kunnen ze groot worden. Het terrein moet nog bouwrijp gemaakt worden met de daarbij behorende aanbestedings- en uitvoeringsrisico’s. Onderdeel van het bouwrijp maken is de aanleg van nutsvoorzieningen, waarbij met name de beschikbaarheid van ruimte op het elektriciteitsnet een risico is. Daarnaast zal de belangstelling t.z.t. ook omgezet moeten worden naar daadwerkelijke verkopen, ook dat is een risico. Om het financieel risico concreter te maken is een ongunstiger scenario doorgerekend. Twee jaar vertraging en een verhoging van het rentepercentage van 2,5 % naar 4% geeft een verwacht negatief resultaat van ca. € 510.000 op eindwaarde (2037).
Risicobeheersing
Naast het beheersen van de kosten, is inzet nodig om ruimte op het elektriciteitsnetwerk beschikbaar te krijgen, dan wel alternatieven te zoeken. Tegelijkertijd zal het contact met belangstellende bedrijven worden onderhouden.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 510.000 | Groot (75%) | I | 1 |
Risico: Project Alvestêdewyk
De Alvestêdewyk is de uitbreidingslocatie voor woningbouw van Franeker. De eerste fase is in ontwikkeling en wordt inmiddels woonrijp gemaakt. Ongeveer 150 woningen zijn gerealiseerd. Voor de tweede fase is een uitwerkingsplan opgesteld en dit deel is inmiddels bouwrijp gemaakt en er wordt gebouwd. Voor beide fasen geldt overigens wel dat de gronden door de gecontracteerde marktpartij zijn afgenomen en afgerekend. De woonwijk wordt door deze marktpartij, o.b.v. een exploitatieovereenkomst ontwikkeld.
De gemeente heeft de gronden (fase 3 en 4) in eigendom. De zogenaamde grondbank. In 2007 heeft de eerste uitname (fase 1 en 2) van gronden door de marktpartij plaatsgevonden voor een bedrag van bijna € 5 miljoen. Contractueel diende in 2013 de grondbank volledig te zijn afgenomen. Deze afname heeft echter niet plaats gevonden. Er is een juridische procedure gestart om alsnog nakoming van het contract te vorderen. Medio 2016 heeft de Rechtbank uitgesproken dat de marktpartij de gronden moet afnemen. Deze overdracht heeft op 25 augustus 2016 plaatsgevonden. Door de marktpartij is vervolgens een gerechtelijke procedure bij het Gerechtshof aangespannen. Op 27 november 2018 heeft het Gerechtshof vonnis uitgesproken, waarbij de uitspraak van de Rechtbank is vernietigd en de gemeente medewerking heeft verleend aan teruglevering en -betaling. Feitelijk betekent dit dat de gemeente eind december 2018 het eigendom heeft gekregen van de gronden gelegen in de 3e en 4e fase.
In 2022 is een proces met de marktpartij afgesproken om te komen tot afspraken over de grondbank en dus ook over de ontwikkeling van fase 3 en 4. Samen met de marktpartij wordt o.a. verkend hoe de financiële last van de grondbank kan worden opgelost en hoe de samenwerking bij de ontwikkeling van fase 3 en 4 het beste kan worden vorm gegeven. Bij deze verkenning is een onafhankelijk externe deskundige ingeschakeld die zowel het vertrouwen heeft van de marktpartij als van de gemeente. Het ziet er naar uit, dat vanuit deze verkenning er afspraken mogelijk zijn om de ontwikkelingssamenwerking voor fase 3 en 4 voort te zetten. Besluitvorming hieromtrent moet nog plaatsvinden.
Risicobeheersing
Zorgvuldig handelen zowel aangaande de juridische procedure als ook richting de marktpartij.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 14.000.000 | Klein/gemiddeld (35%) | I | 1 |
Risico: Baggerplan 2022-2030
In het door de raad op 11 november 2021 vastgestelde baggerplan 2022-2030 zijn de volgende waterwegen niet meegenomen:
- watergangen gelegen in het landelijk gebied, deze zijn voor ca. 90 % in onderhoud bij het waterschap
- nautisch vaarwater (dit is water bestemd voor (recreatie) scheepvaart), bestaande uit “opfearten” die niet als vaarweg zijn geclassificeerd,
- reeds overgedragen (secundaire en hoofd)watergangen in de voormalig gemeente Menameradiel die binnen de Overdracht Stedelijk Waterbeheer (OSW) vallen. Deze watergangen zijn in beheer en onderhoud overgegaan naar het Wetterskip Fryslân .
Het wel of niet baggeren voor ander gebruik dan waterafvoer (zogenaamde natte profiel) is een keuze en geen wettelijke verplichting. Het op peil houden voor de waterafvoer van deze wateren ligt bij de eigenaar.
De uitvoering van het vastgestelde baggerplan is in 2022 opgepakt en in 2023 en 2024 verder uitgevoerd. Gekozen is om eerst de wateren in het kader van het stedelijk water en de overdracht hiervan uit te voeren. Hiervoor is een bestek op de markt gebracht. Uitvoering heeft plaats gevonden in 2023 en 2024. Na de uitvoering is het stedelijk water op niveau. De afrekening met het Wetterskip heeft plaatsgevonden in 2024. In het verdere baggerplan komen er mogelijk onvoorziene milieurisico's in de uitvoering.
Risicobeheersing
Zorgvuldige uitvoering.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 0 | Gemiddeld (50%) | I | 1 |
Risico: Alternatieven in beheerplannen
In de vastgestelde beheerplannen (voor wegen, kunstwerken openbaar groen, gebouwen en openbare verlichting) zijn ten aanzien van het groot onderhoud alternatieven doorgevoerd die gericht zijn op kostenbesparing. Het onderhoudsniveau is bepaald op veilig, sober doch doelmatig. Keerzijde hiervan is dat op termijn het aan te pakken onderhoud behoorlijk groter wordt. De kans is aanwezig dat het onderhoud toch eerder uitgevoerd moet worden. Dit brengt een risico met zich mee. Daarnaast zal de komende jaren de ondergrondse infrastructuur (glasvezel, stroom) behoorlijk op de schop gaan, waardoor misschien binnen de beheerplannen met de planning geschoven moet worden.
Stel het financieel risico op € 1.000.000 en een gemiddelde kans.
Risicobeheersing
Door werk met werk te maken wordt het onderhoud bijgehouden en worden de kosten laag gehouden.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 1.000.000 | Gemiddeld (50%) | I | 1 |
Risico: Seizoenschade gemeentelijke kapitaalgoederen
Extremere weersomstandigheden zorgen voor een grotere belasting van de kapitaalgoederen. Dit brengt het risico van ongepland onderhoud met zich mee.
Stel het financieel risico op € 1.000.000 en de kans op klein.
Risicobeheersing
Door inspecties en tweejaarlijkse actualisering van financiële paragraaf van de beheerplannen wordt het onderhoud bijgehouden en worden de kosten beperkt gehouden.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 1.000.000 | Klein (25%) | I | 1 |
Risico: Misschatting in beheerplannen
De kosten voor vervanging en groot onderhoud in beheerplannen is gebaseerd op inspecties en reële schattingen. In totaal bedraagt de omvang van de beheerplannen in de planperiode afgerond € 12.700.000. Er is een kans op mis schatting, voordelig en nadelig. Dit kan leiden tot extra kosten, stel 5%. Door de economische situatie wordt door partijen hoger ingeschreven dan in de afgelopen jaren. Daardoor is er amper meer sprake van aanbestedingsvoordelen. Ten tijde van de Covid-pandemie en de oorlog in Oekraïne zijn de prijzen van grondstoffen veel verder gestegen dan voorzien. Deze tendens is zich in 2024 doorgezet en lijkt zich nog steeds door te zetten.
Risicobeheersing
Regelmatig actualiseren van kostenramingen/financiële paragraaf beheerplannen.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 635.000 | Klein (25%) | I | 1 |
Risico: Vervuilde bodemlocaties
Gevallen van bodemverontreiniging zijn bekend als er eerder een bodemonderzoek heeft plaatsgevonden (en de resultaten daarvan ook bij de gemeente en/of provincie bekend zijn). Ook potentiële gevallen van bodemverontreiniging zijn eerder door de provincie (als bevoegd gezag Wet bodembescherming) geïnventariseerd op basis van historische activiteiten (zoals voormalige fabrieken, brandstoffenopslagen of stortplaatsen) die mogelijk gevolgen kunnen hebben voor de aanwezige bodemkwaliteit. Deze gegevens staan geregistreerd in het bodeminformatiesysteem van de provincie, FUMO en Friese gemeenten (die zijn aangesloten bij de shared service voorziening). Daarnaast heeft de gemeente een generieke bodemkwaliteitskaart (inclusief PFAS) voor het grondgebied vastgesteld. Daarmee is de huidige situatie van de aanwezige bodemkwaliteit adequaat in beeld.
Bij de voorbereidingen van nieuwe ontwikkelingen, wijzigingen van bestemmingsplannen, eigendomstransacties, nieuwbouwplannen e.d. geldt dat er onderzoek dient te worden uitgevoerd naar de verschillende aspecten die bij de uitvoerbaarheid van een ontwikkeling een rol (kunnen) spelen, waaronder ook het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek. Op basis van actuele onderzoeksresultaten toetst de gemeente of de bodem milieuhygiënisch geschikt is voor de geplande vorm van bodemgebruik. Bij het actualiseren van onderzoeksgegevens of bij het uitvoeren van nieuw bodemonderzoek komt soms nieuwe informatie over de bodemkwaliteit naar voren. Heel soms wordt daarbij onverwacht een ‘nieuw geval’ van een oude bodemverontreiniging aangetroffen (wettelijk uitgangspunt hiervoor is dat deze is ontstaan vóór 1987, want daarna geldt de wettelijke zorgplicht) die nog niet eerder is ontdekt. Dat valt op voorhand (zonder onderzoek) doorgaans niet te voorzien en vormt in die zin in enige mate een risico voor de gemeente, voor zover het gemeentelijk eigendom betreft en er ter plaatse ontwikkelingen spelen die van belang zijn in relatie tot het beoogde bodemgebruik.
Risicobeheersing
Afwijkingen melden via reguliere P&C-cyclus.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 500.000 | Klein (25%) | I | 1 |
Risico: Vangnetuitkering WWB (Dienst SoZaWe)
Gemeenten dienen tekorten op de budgetten van taakveld 6.63 Inkomensregelingen (programma 7 Sociaal Domein) zelf aan te vullen. Als het tekort oploopt bestaat de mogelijkheid voor compensatie, oftewel een vangnetuitkering. Om voor compensatie in aanmerking te komen moet aan een groot aantal voorwaarden voldaan worden. Waadhoeke komt in 2025 mogelijk in aanmerking voor een vangnetuitkering, omdat er sprake is van een tekort.
Risicobeheersing
Initiatieven nemen en alert zijn om te voldoen aan de regels voor toekenning.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 0 | Klein (25%) | I | 1 |
Risico: Kosten Sociaal Domein
De belangrijkste financiële risico’s zijn het open eind karakter van Zorg voor jeugd en WMO en de uitvoering van de Participatiewet. Daarbij zijn de demografische ontwikkelingen een belangrijke factor. De bevolking van Waadhoeke wordt ouder en de middelen volgen deze groei niet exact 1 op 1. Ook is de informatiestroom nog niet zodanig dat we een exact beeld hebben van de jaarlijks te verwachten uitgaven. Dit geldt met name voor het onderdeel Jeugd. De gemeente kan elk jaar een nieuwe groep jongeren krijgen die een geheel andere zorgbehoefte/zorgzwaarte heeft dan de groep die het jaar ervoor hulp nodig had. Bij de uitvoering van de Participatiewet is van belang, dat uitvoering wordt gegeven aan de implementatie van de Business Case Fryslân West/Empatec. Deze geeft financieel gezien een stabiel beeld.
Voor de risicoberekening is de begroting van programma 7 Sociaal Domein als basis genomen, met een risico van 10%.
Risicobeheersing
Nauwkeurig monitoren van de inkomsten en uitgaven binnen de P&C cyclus.
Implementatie beheersmaatregelen m.b.t. GR Fryslân-West (rapport KoxkdeVoogd).
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 5.600.000 | Gemiddeld (50%) | S | 2 |
Risico: Gewaarborgde leningen
Achtervang Stichting waarborgfonds Sociale Woningbouw
Bij het gemeentelijk woonbeleid zijn gemeenten en corporaties op elkaar aangewezen. Corporaties investeren in sociale huurwoningen en maatschappelijk vastgoed. Voor de financiering sluiten zij leningen af die kunnen worden geborgd door de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Het rijk en gemeenten vormen de achtervang van die borging. Mocht een corporatie niet in staat zijn om geborgde leningen af te lossen, dan zijn er afspraken over de betaling via het WSW. Borging vindt plaats in 3 schillen:
1) In eerste instantie wordt een beroep gedaan op eigen tegoeden van het WSW
2) Vervolgens kan het WSW een bedrag innen bij de corporaties die deelnemen aan het WSW
3) Pas wanneer dat niet voldoende is, verstrekken de staat (50%) en gemeenten (50%) als achtervangers op basis van achtervangovereenkomsten renteloze geldleningen aan WSW.
De kans dat de gemeenten op grond van de achtervangovereenkomst aangesproken worden om renteloze leningen te verschaffen, is onder de huidige omstandigheden bijzonder klein. Dat is sinds de oprichting van het WSW in 1983 ook nog nooit gebeurd. Conform opgave VNG is de kans dat het Rijk en gemeenten in een jaar renteloze leningen aan het WSW moeten verstrekken niet meer dan 1%.
Gemeente Waadhoeke staat voor 50% van het op basis van verdeelsleutels toegerekende bedrag in de achtervang; zijnde 50% * € 108,9 miljoen = € 54,5 miljoen.
Direct garant
De gemeente staat daarnaast rechtstreeks garant voor leningen aan onder andere diverse woningstichtingen. Bruto bedraagt het bedrag aan gewaarborgde leningen waarvoor de gemeente 100% garant staat € 10,03 miljoen. De kans dat een beroep gedaan wordt op de garantstelling van de gemeente is zeer klein, maar wel aanwezig.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 10.030.282 | Zeer klein (5%) | I | 1 |
Risico: Verstrekte langlopende leningen
De gemeente heeft in het verleden een aantal langlopende leningen verstrekt aan o.a. De Bildtse Slag (gymlokaal) waarvan de restantsom nog € 922.000 is.
Daarnaast is er een lening toegezegd aan de MFC Menaam van € 472.000. De kans dat een lening niet wordt afgelost aan de gemeente is zeer klein maar wel aanwezig.
Risicobeheersing
De mogelijkheden van risicobeheersing zijn beperkt.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 1.394.000 | Zeer klein (5%) | I | 1 |
Risico: Inrichtingsplan Franekeradeel-Harlingen
Door jarenlange gas- en zoutwinning in Waadhoeke is schade ontstaan door bodemdaling. Deze bodemdaling is vooral voor de landbouw en de waterhuishouding een groot probleem. Om de schade te herstellen/compenseren is het Gebiedsproject Franekeradeel-Harlingen opgestart. In het inrichtingsplan zijn maatregelen opgenomen gericht op verbetering van de waterhuishouding, infrastructuur, recreatie, landschap en cultuurhistorie. Ook zit een ruilverkaveling in het plan.
Bij dit project is een groot aantal partijen betrokken: Provincie Fryslân (projectleiding), Wetterskip Fryslân, Frisia Zout BV, Vermillion Gas&Oil, gemeente Harlingen, gemeente Waadhoeke (de betalende partijen), Agrarische sector, Federatie van Dorpsbelangen en de Friese Milieufederatie.
Het totale plan bevat ongeveer € 50 miljoen aan maatregelen. De gemeente Waadhoeke draagt ongeveer € 3,7 miljoen bij aan het plan. Hierin is begrepen € 1,8 miljoen voor de Maatschappelijke Plus. De Maatschappelijke Plus (MP) heeft met name betrekking op de herinrichting van de dorpen Sexbierum, Oosterbierum en Tzummarum.
De uitvoering van werken in het kader van de bodemdaling is zo goed als afgerond en de aanbestedings- en uitvoeringsrisico's worden als zeer klein geschat Na afrekening van de MP is er nog restbudget beschikbaar. Dit restbudget wordt weer ingezet in de streek.
De grondaankopen voor met name de ruilverkaveling worden door de betalende partijen voor gefinancierd: totaal voor plm. € 15 miljoen. De financiering door Waadhoeke bedraagt plm. € 750.000. Bij de afronding van de ruilverkaveling (gepland in 2025) worden de betalingen terug gestort.
Sluitstuk van het Inrichtingsplan is de ruilverkaveling. Daarin wordt een aantal ha. toebedeeld aan de gemeente. Zoals de ondergrond voor de verbreding van de Ottemaleane/Kapellewei, de ondergrond van het fietspad Tzummarum - Boer en de landbouwweg ten zuiden van Pietersbierum.
Alhoewel het Inrichtingsplan bijna is afgerond is er is nog wel een aantal risico's zoals de bijdrage van de gezamenlijke eigenaren maar ook de b.t.w. verrekening met de belastingdienst en er is nog onzekerheid over de kosten voor de gemeente in het kader van de Lijst Geldelijke Regeling (LGR). In deze regeling worden de ingebrachte- en toebedeelde gronden financieel verrekend. De overbedeling is naar onze mening al (deels) financieel voldaan via onze bijdrage van € 3,7 miljoen maar zekerheid dat we binnen het budget blijven is er nog niet.De uiteindelijke eindafrekening van dit Inrichtingsplan kan afwijken van het beschikbare budget waardoor het niet past binnen het beschikbaar gestelde budget van € 3.700.000.
Risicobeheersing
Voor het gehele plan is een risicoanalyse gemaakt. Deze analyse wordt gebruikt bij de uitvoering en monitoring van het inrichtingsplan.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 3.700.000 | Zeer klein (5%) | I | 1 |
€ 750.000 | Zeer klein (5%) | I | 1 |
Risico: Verzelfstandigd Openbaar Onderwijs
Financiële verantwoordelijkheid bij verzelfstandigd openbaar onderwijs. Als er tekorten ontstaan bij het openbaar onderwijs blijven de gemeenten eindverantwoordelijk.
Risicobeheersing
Een commissie van toezicht bestaande uit bestuurders. Periodieke (kwartaal) rapportages en periodiek overleg.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 1.000.000 | Klein (25%) | I | 1 |
Risico: Geluidswal Menaam
In 2008 is een aanlegvergunning door de gemeente Menameradiel afgegeven. Er zijn nadien vele juridische bestuursrechtelijke procedures gevoerd over deze vergunning en over de omvang, vormgeving en samenstelling van deze grondwal. De vergunninghouder i.c. de voormalige grondeigenaar is bij dagvaarding van 16 april 2021 een civiele procedure gestart bij de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden i.v.m. onrechtmatig genomen, althans door de rechter vernietigde besluiten van de gemeente en de provincie Fryslân. Bij akte d.d. 21 juli 2021 heeft zij haar eis gewijzigd. Zij vordert dat de gemeente en de provincie hoofdelijk worden veroordeeld een bedrag te voldoen van afgerond € 2.378.342 vermeerderd met rente en kosten. De advocaat van de gemeente, de provincie en de verzekeraars van beide overheden heeft in het najaar van 2021 een conclusie van antwoord ingediend. Partijen zijn vervolgens in overleg gegaan om te proberen de zaak in der minne te regelen. De procedure bij de rechtbank werd zolang aangehouden. Inmiddels is de procedure hervat. De zitting staat gepland voor 9 juli 2025.
Bij dagvaarding van 31 december 2021 is een andere voormalige eigenaar van de grondwal een procedure gestart tegen de gemeente. Partijen zijn tezamen met de provincie en de verzekeraars van de beide overheden in overleg getreden. In 2022 is tussen partijen een schikking bereikt (€ 82.500), waarna de procedure bij de rechtbank is doorgehaald.
Risicobeheersing
De gemeente heeft de best estimate, die is opgesteld door het door de verzekeraar ingeschakelde expertisebureau Lengkeek, ontvangen. Lengkeek heeft de schade ingeschat op circa € 485.000. De verzekeraar heeft laten weten, dat voor vermogensschade een verzekerd bedrag van € 1.250.000 per aanspraak geldt. Dit bedrag behelst de kosten voor verweer en een eventuele schadevergoeding.
Zoals hierboven aangegeven is er reeds een schadevergoeding uitgekeerd. Het verzekerd bedrag is verminderd met een bedrag van € 82.500 tot een bedrag van € 1.167.500 minus de kosten van verweer.
De vordering (€ 2.378.342 x 50 % = € 1.189.171) in de nog lopende zaak is blijkens de akte beperkt (€ 21.671) hoger dan het verzekerd bedrag (€ 1.167.500). Uitgaande van de best estimate en de hoofdelijke aansprakelijkheid tussen de beide overheden is de kans gering, dat de gemeente voor een deel van het uiteindelijke schadebedrag niet verzekerd is. Niettemin dient de gemeente nog wel met de mogelijkheid rekening te houden dat niet alle schade verzekerd is. Het risico (€ 21.671) is kleiner dan € 250.000. Om deze reden is het risico als nihil opgenomen.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 0 | Gemiddeld (50%) | I | 1 |
Risico: Plafond BTW Compensatiefonds (BCF)
Het is onzeker wat de ruimte onder het Plafond van het BTW Compensatiefonds gaat doen in de komende jaren en of er ruimte blijft onder het plafond. De ruimte kan ook negatief worden. In dat geval komt de negatieve ruimte ten laste van het gemeentefonds.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft in afstemming met de VNG en de provinciale toezichthouders een advies opgesteld. Gemeenten mogen in de meerjarenraming voor de ruimte onder het plafond maximaal rekening houden met de laatst gerealiseerde ruimte. Uit voorzichtigheid is er rekening gehouden met een lagere ruimte onder het plafond in de meerjarenraming 2025-2028 (€ 713.000).
Risicobeheersing
We volgen de berichtgeving.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 713.000 | Zeer Klein/klein (10%) | S | 2 |
Risico: Stelpost Jeugd
Rijk en VNG werken op dit moment aan de Hervormingsagenda jeugdzorg. Het rijk heeft over de periode 2026 tot en met 2028 nog geen middelen toegezegd. Het risico is om deze reden in deze jaren nog steeds aanwezig en bedraagt afgerond in 2026 € 0,8 miljoen en € 0,6 miljoen in zowel 2027 als in 2028.
Daarnaast mogen gemeenten in hun begroting rekening houden met een besparing op de uitgaven van € 500 miljoen in 2025, € 500 miljoen in 2026 en vanaf 2027 € 511 miljoen (structureel) als gevolg van maatregelen die het Rijk zal uitwerken.
Het Rijk heeft vanuit het principeakkoord Hervormingsagenda Jeugd toegezegd om met maatregelen te komen om besparingen te realiseren op jeugdhulp vanaf 2025. De maatregelen die moeten leiden tot de besparingen zijn nog niet gerealiseerd. Hierdoor compenseert het Rijk de gemeente incidenteel voor 2025. In de meerjarenraming van de gemeente Waadhoeke was voor deze besparing al een stelpost opgenomen met een omvang van € 1,4 miljoen. Met deze incidentele compensatie komt deze stelpost te vervallen voor 2025. Voor de jaren daarna bestaat er nog grote onduidelijkheid welke maatregelen welk financieel effect zullen hebben. Het risico bedraagt 1,4 miljoen.
Risicobeheersing
We volgen de berichtgeving.
Max. financieel risico | Kans | I/S | Factor |
---|---|---|---|
€ 2.200.000 | Zeer klein (5%) | S | 1 |
Verzameltabel risicobeheersing
Risico | Toelichting risico | Maximaal financieel risico | Kans | S/I | Factor |
---|---|---|---|---|---|
Grondexploitatie | |||||
Waddenglas | Belangrijkste risico is een stagnerende ontwikkeling van de glastuinbouwsector. | 3.450.000 | 5% | I | 1 |
Kie-1 | Belangrijkste risico is de stagnerende verkoop. Er is een voorziening gevormd, deze is al in mindering gebracht op het financieel risico. | 0 | 5% | I | 1 |
Kie-2 | Belangrijkste vertraging is de aanleg van de nutsleidingen. | 510.000 | 75% | I | 1 |
Alvestedenwyk | Grond weer in eigendom bij gemeente, diverse scenario's denkbaar, onzekerheid over nog te nemen besluit. | 14.000.000 | 35% | I | 1 |
Totaal risico grondexploitatie | 17.960.000 | ||||
Kapitaalgoederen | |||||
Beheerplannen, Baggerplan 2022-2030 | Niet opgenomen werkzaamheden in het baggerplan 2022-2030 | 0 | 50% | I | 1 |
Beheerplannen, alternatieven | In de beheerplannen zijn ten aanzien van het groot onderhoud alternatieven doorgevoerd gericht op kostenbesparing. | 1.000.000 | 50% | I | 1 |
Beheerplannen, seizoenschade | Het onderhoudsniveau is gesteld op sober doch doelmatig. Keerzijde hiervan is dat de kans op acuut op te pakken achterstallig onderhoud | 1.000.000 | 25% | I | 1 |
Beheerplannen, misschatting | De kans is aanwezig dat extra onderhoud moet worden uitgevoerd. Dit brengt een risico met zich mee. | 635.000 | 25% | I | 1 |
Beheerplannen, vervuilde bodemlocaties | Niet alle vervuilde bodemlocaties binnen de gemeente zijn in beeld gebracht. | 500.000 | 25% | I | 1 |
Totaal risico kapitaalgoederen | 3.135.000 | ||||
Overige financiële risico's met een incidenteel karakter | |||||
Vangnetuitkering WWB | Risico op (gedeeltelijk) niet honoreren aanvraag | 0 | 25% | I | 1 |
Sociaal Domein | Variabelen m.b.t. inkoop en het aanbieden van zorg zijn nog onzeker. | 5.600.000 | 50% | S | 2 |
Gewaarborgde leningen | De gemeente staat borg voor leningen aan diverse organisaties en stichtingen | 10.030.282 | 5% | I | 1 |
Langlopende leningen | Risico dat de leningen niet worden terugbetaald door de desbetreffende organisatie | 1.394.000 | 5% | I | 1 |
Inrichtingsplan Franekeradeel-Harlingen | Aanbestedings- en uitvoeringsrisico's. Inclusief de maatschappelijke plus. | 3.700.000 | 5% | I | 1 |
Risico | Toelichting risico | Maximaal financieel risico | Kans | S/I | Factor |
---|---|---|---|---|---|
Voorfinanciering grondaankopen | 750.000 | 5% | I | 1 | |
Openbaar Onderwijs | Verzelfstandigd openbaar onderwijs, gemeenten eindverantwoordelijk | 1.000.000 | 25% | I | 1 |
Geluidwal Menaam | Juridische procedure | 0 | 50% | I | 1 |
Plafond BCF | Ruimte onder plafond BCF | 713.000 | 10% | S | 2 |
Stelpost Jeugd | Extra structurele middelen jeugd | 2.200.000 | 5% | S | 1 |
Totaal overige financiële risico's | 25.387.282 | ||||
Totaal benoemd risico | 46.482.282 |
€ 12.756.000 | ||
De ratio weerstandsvermogen bedraagt: | = > 0,78 (matig) | |
€ 16.400.000 |
De stand van de algemene reserve is tot en met de 3e begrotingswijziging 2025, aangevuld met claims en andere verplichtingen.
De kwantificering van de gelopen risico's is met behulp van Naris berekend op € 17,4 miljoen. Hierbij dient er rekening worden gehouden dat er een reserve grondexploitatie is gevormd ter dekking van de risico's binnen de grondexploitatie. De stand van de reserve grondexploitatie is per 31-12-2024 € 1.007.648 (afgerond € 1,0 miljoen).
Hierdoor wordt er ingeschat dat de gemeente € 16,4 miljoen aan risico's loopt (€ 17,4 miljoen - € 1,0 miljoen).