Algemeen
De financiële administratie is primair ingericht op budgetbeheer en minder op het volgen van kasstromen. Dit heeft tot gevolg, dat investeringen budgettair snel worden verwerkt, maar dat er minder zicht is op (meerjarige) gevolgen voor de treasury.
Renterisicobeheer
In de wet Fido is een norm gegeven voor de omvang van het renterisico. Onder renterisico wordt verstaan de gevoeligheid van de financiële positie van de organisatie voor renteschommelingen. De beheersing bestaat eruit dat de herfinanciering gelijkmatig gespreid moet worden.
Renterisiconorm
De basis van de norm is de omvang van de begroting. Het percentage is 20%. De gemeentelijke aflossingsverplichtingen bevinden zich ruim binnen deze norm.
Renterisiconorm
Omschrijving | Bedragen x € 1.000 |
---|---|
Begroting 2024 (afgerond) | 163.000 |
Renterisiconorm | 32.600 |
Aflossingen | 1.504 |
Ruimte onder de risiconorm | 31.096 |
Beschrijving renterisiconorm
De renterisiconorm stelt in de kern dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer dan 20% van de begroting mogen bedragen. Het maximum percentage van 20% moet voor de komende vier jaar worden berekend op basis van de begroting voor het komende jaar.
De norm is bedoeld om het budgettaire risico van rentestijgingen te maximeren. Het gaat erom dat openbare lichamen bewust omgaan met de risico’s van langlopende financiering, vooral het renterisico bij herfinanciering. Hoe meer de looptijd van schuld gespreid wordt, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschommelingen bij herfinanciering. Als de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen worden begrensd tot 20% van de begroting, leidt een rentestijging van 1 procentpunt tot 0,2 procentpunt hogere rentelasten op de begroting. Als de rente met 5 procentpunt stijgt, stijgen de rentelasten op de begroting met 1 procentpunt.
Bedragen x € 1.000 | Realisatie 2024 |
---|---|
Renterisico op vaste schuld | |
1a. Renteherziening op vaste schuld o/g | - |
1b. Renteherziening op vaste schuld u/g | - |
2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) | |
3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld o/g | 0 |
3b. Nieuw verstrekte leningen u/g | 0 |
4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) | 0 |
5. Betaalde aflossingen | 1.504 |
6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) | 1.504 |
7. Renterisico op vaste schuld (2+6) | 1.504 |
Renterisiconorm | |
8. Stand van de vaste schuld per 1 januari 2024 | 26.965 |
9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage | |
10. Renterisiconorm | 5.393 |
Toets Renterisiconorm | |
7. Renterisico op vaste schuld | 1.504 |
10. Renterisiconorm | 5.393 |
11. Ruimte/overschrijding (10-7) | 3.889 |
Kasgeldlimiet
Bij een primaire begrotingsomvang van ongeveer € 163 miljoen bedraagt de toegestane kasgeldlimiet 8,5% van dit bedrag ofwel € 13,9 miljoen (afgerond). Gedurende 2024 heeft de vlottende schuld de kasgeldlimiet niet overschreden.
KASGELDLIMIET PER 31-12-2024 | REALISATIE | ||||
---|---|---|---|---|---|
1: jan-mrt | 2: apr-jun | 3: jul-sep | 4: okt-dec | Jaar | |
Vlottende schuld | |||||
Opgenomen gelden < 1 jaar | 0 | ||||
Schuld in rekening-courant | 5.438 | 323 | 1.440 | ||
Gestorte gelden door derden < 1 jaar | 0 | ||||
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld | 0 | ||||
Totaal vlottende schuld | 0 | 0 | 5.438 | 323 | 1.440 |
Vlottende middelen | |||||
Uitgeleende gelden < 1 jaar | 28.215 | 36.623 | 29.007 | 39.787 | 33.408 |
Contante gelden in kas | |||||
Tegoeden in rekening-courant | 881 | 891 | 443 | ||
Overige uitstaande gelden < 1 jaar | |||||
Totaal vlottende middelen | 29.096 | 37.514 | 29.007 | 39.787 | 33.851 |
Toets kasgeldlimiet | |||||
Totaal netto vlottende schuld | -29.096 | -37.514 | -23.569 | -39.464 | -32.411 |
Toegestane kasgeldlimiet | 13.855 | 13.855 | 13.855 | 13.855 | 13.855 |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) | 42.951 | 51.369 | 37.424 | 53.319 | 46.266 |